Soms, als ik mijn handen op de wereld leg, zijn het kleine handen

“Soms heb ik de beste job ooit”, zo begint een analoog blogpostje in mijn notitieboekje, mijn lief moest lachen toen hij het las. Maar i. sc...

“Soms heb ik de beste job ooit”, zo begint een analoog blogpostje in mijn notitieboekje, mijn lief moest lachen toen hij het las. Maar i. schreef er over en ook Anne en dus moet ik het nu wel overtypen. Er is dat ene dossier dat er al een paar keer voor heeft gezorgd dat ik niet van werk verander en de ongemakken erbij neem. Het is zo een dossier waar niemand warm voor loopt. Het er één zolang er geen ongelukken gebeuren is alles in orde. Ik kom buiten, uit die ivoren toren, uit mijn organisatie. Ik ontmoet mensen voor wie het verschil uit maakt als er iets verandert en hun tussenpersonen. Ik voel me schuldig dat ik hen niet zomaar kan zeggen dat alles in orde komt, want ik kan het ook niet beslissen, ik kan alleen maar zij die beslissen proberen overtuigen en aan hun mouw blijven trekken. Ik zoek woorden om te zeggen waarom het zo moeilijk gaat, waarom het zo traag gaat. Ze willen van geen verontschuldigingen horen en stellen me gerust. “Je bent er mee bezig, we geloven in je. Kunnen wij nog iets doen?” Ik krijg er een krop van in mijn keel en ik trek nog eens aan die mouw, ik stap nog eens tegen schenen als het moet. We denken niet in termen van grote aantallen of kiezers, geen grote verhalen, maar het verleggen van een kleine kei. Kleine handen in de wereld. Ik zag de vader van een jongen, één van die cijfertjes in de tabellen. Hij was voorbereid op onze ontmoeting en droeg een t-shirt van een vereniging. Hij vond het schandalig en wou me dat duidelijk maken. Ik gaf hem gelijk, meer kon ik niet doen. Hij keek verbaasd dat ik hem niet tegensprak. Hij vertelde hoe hij het zag en werd onderbroken door de moeder van een dochter in een soortgelijke situatie en hoe het bij haar dochter anders was verlopen. Ik vertelde hem ook waarom ik nu niks kan doen voor zijn zoon, maar wat ik hoop te mogen doen en hoe moeilijk dat was. Hij knikte, zijn zoon had nog geluk, hij zou er voor zorgen en hij hoopte dat ik kon doen wat ik vertelde, hoe klein en hoe traag het ook ging. Hij hoopte het echt voor mensen zoals zijn zoon zonder familie met tijd om het uit te zoeken en van het kastje naar de muur en terug te gaan. Als het ooit lukt, is het er één voor Joske, omdat hij gelooft in de dromen van zijn zoon die door de wereld het etiket kreeg van minder begaafd te zijn en de tijd nam om er mij over te vertellen.

You Might Also Like

0 reacties